![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEh6hM_sQASy6CM-n0cAprJXQ5QWDCLTGRaR-5nFgt70F7twwf0prUF5878IQ-51FruwFBTs_RHORxAYhKYGon6sAnkQS6JYBQrnR5yyDtYKSY6jghLp8Y2U_rEo2K6GJvXqgwqL6LRi2S4/s400/18112011966.jpg)
Hersenen in actie
Pabo 3, periode 1
zaterdag 12 november 2011
donderdag 27 oktober 2011
Toepassingskaart 9: Scholen en talentontwikkeling
Waar richt deze school specifiek de aandacht op?
Op regulier onderwijs ligt de nadruk op basisvakken, zoals taal, rekenen en spelling. Op de Noordwijkse school wordt naast de basisvakken veel aandacht besteed aan de talenten van de kinderen. Op deze school wordt ruimte aan de kinderen gegeven om hun talenten te ontdekken en te ontwikkelen. Het is belangrijk dat de kinderen erachter komen wat ze leuk vinden, en waar ze goed in zijn, zodat ze leren om tijdens hun leven (studie)keuzes te maken die bij hen passen.
De grondslag van het onderwijs zijn drie belangrijke aspecten:
*kennis
*inzicht
*vaardigheden
Hoe maken kinderen keuzes?
’s Ochtends krijgen de kinderen les in taal, rekenen, lezen en andere basisvakken. In de middag kiezen de kinderen uit een aantal vakateliers degene die hen het meeste aanspreekt. De kinderen kunnen kiezen uit bijvoorbeeld Spaans, geschiedenis, kunst, aardrijkskunde, techniek, biologie en koken. Ook kan je als kind meedoen aan speciale projecten binnen de school. Kinderen kiezen dus wat ze leuk vinden of waar ze in geïnteresseerd zijn.
Hoe sluit het onderwijs aan bij de keuze van het kind?
De Noordwijkse School staat ervoor dat kinderen zoveel mogelijk hun eigen talenten ontdekken. Dit doen ze door themalokalen te maken, zodat de kinderen zelf kunnen ontdekken wat ze nou echt leuk vinden. Als ze overal een beetje de basiskennis van weten, dan kunnen ze zich gaan verdiepen in de onderwerpen die ze zelf leuk vinden. Het kind krijgt dan verdiepend materiaal op zijn leerstijl en talent aangeboden, zodat het kind optimaal kan leren over het zelfgekozen onderwerp.
Hoe sluit de school aan bij talentontwikkeling?
Op De Noordwijkse School wordt gewerkt met een verlengde schooldag. Dat houdt in dat kinderen zich kunnen inschrijven om na schooltijd op school diverse activiteiten te ondernemen. Bijvoorbeeld knutselclub, een zangkoor, streetdance, judo, Chineng Qigong of schaakles.
De school heeft hiervoor gekozen, omdat ze weten dat kinderen tegenwoordig niet alleen meer op school leren. Elk kind heeft buitenschoolse activiteiten. Om het voor de ouders makkelijker te maken en om de kinderen een groot scala aan keuzes aan te bieden, heeft de Noordwijkse school na schooltijd activiteiten waarvoor vakdocenten zijn aangenomen.
Wat verder bijzonder is, is dat er veel aandacht aan hoogbegaafden wordt besteed. De school biedt zoveel mogelijk lesstof aan op het niveau van de leerling werkt met aangepaste weektaken. Kinderen krijgen de reguliere lesstof in compacte vorm aangeboden en maken verdiepings- en verbredingsopdrachten. Zo wordt er onder andere met taaltoppers, rekentoppers en ontdekkaarten gewerkt. Ook zijn er extra lessen somplextra en filosofie. Voor de kinderen die nog steeds te weinig uitdaging hebben is er groep 9. Deze klas is speciaal voor hoogbegaafden en gaat dieper in op de stof.
Verder heb ik de volgende twee artikelen over talentontwikkeling gelezen:
Profielschets, een school voor talentontwikkeling
http://www.scholenmetsucces.nl/images/stories/PDF/Communicatie/PDF%20onderdeel%20communicatie/Profielschets_talentontwikkeling.pdf, geraadpleegd op 09-11-2011
talentontwikkeling bij kinderen: ja of nee?
http://www.yeon.nl/branchenieuws/onderwijs/talentontwikkeling-bij-kinderen-ja-of-nee/, geraadpleegd op 09-11-2011
Toepassingskaart 8: Constructivistische les
- Filmpje met kijkopdrachten > hoe wordt zeep gemaakt en waar kun je het voor gebruiken?
- Quiz (Beslisser)
- Probleemstelling met een reële praktijksituatie (Beslisser)
Toepassingskaart 7: Ontwikkelingsgericht onderwijs
Voor het jonge kind gaat het erom een goede basis te leggen voor de verdere ontwikkeling van de leerling. Het gaat erom deze brede basis voor ontwikkeling te leggen in de onderbouw, waarin kennis en vaardigheden een zinvolle plaats innemen. Voorwaarden voor verdere ontwikkeling vertellen dat het noodzakelijk is dat leerlingen “goed in hun vel zitten”, “beschikken over voldoende zelfvertrouwen” en “nieuwsgierig zijn naar de wereld om hen heen”. De begeleiding van het kind werkt met doelen als “kunnen samenwerken”, “initiatieven nemen en plannen maken”, “kunnen communiceren” en “met symbolen om kunnen gaan”. De cirkel van basisontwikkeling geeft deze ontwikkelings- en leerprocessen precies aan. De cirkel kan van binnen naar buiten werken, waarbij de leerling een of meerdere van de voorwaarden bezit. Wanneer de cirkel van buiten naar binnen wordt gelezen, dragen specifieke vaardigheden er toe bij dat de brede basis wordt verbeterd en zodoende een van de voorwaarden wordt versterkt.
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEixJUpJdU3F2kZyEFRTl7Gg-5BwYLcEYDGuTSt9PW-RUNc-l-88ri4Lg8Aw8FEa7gf1S5r4xQUeTsNVIYwRyQtPFcolP431_w926RP3c3jNw1fH5r49Y2c5HrD7nAoyBxjfGqO58hVfCm4/s200/cirkel_van_basisbehoeften.jpg)
- De binnenste ring: hierin bevinden zich de basiskenmerken. Zij vormen de voorwaarden om het ontwikkelings- en leerproces in gang te zetten.
1. Van bewegingsspel naar manipulerend spel
Rolgebonden handelingen op basis van een gezamenlijk geaccepteerd spelidee.
4. Van gezamenlijk thematisch rollenspel naar bewuste leeractiviteit
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhFJNzM-GN4rtM_tES0KR2f91I9yR7ODH67drpY1EFErBldf72ky5pI-MVY_8-gkcvp1te3mq7pHmhUVZi5zhCPADa7mjlepz0uS1PaqvcE4z13I0oNYRsXwiAfQmIPMv16MSKRtiyOQSc/s200/balspel3.jpg)
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEgYyDI0-z1HSB_Bt7qUPozqCIe5UQukI8KiPpun9bg9X2w3PcFspIC9Wdf5_gziYG8BT2rtbgNT0tAZGLv23L7ApR-RUVGjd4nxInLyFGJJOdrnLxqPvVx4i6X-tKF9jad8s1G4jBWmnQg/s200/kralenplank2.jpg)
Spreken en luisteren:
2. ... naar communicatie overstijgt het hier en nu
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEhYh0PrqDlSZyIVJEclvIFBgiWjQPZQh_YZcLGDOHsMx92MTGBaVZQ3yPFtAIk2jdPixlUuO0FdRXhzsFJM32EnrbDV1weODzWTqtGz09VwdzGexBXzbdkHepFzhXKmL2Tw1rZMdOLDCwk/s200/kringgesprek2.jpg)
Lees- en schrijfactiviteiten:
Deze activiteiten hebben veel waarde voor kinderen. Lees- en schrijfactiviteiten zijn van belang om kinderen vertrouwd te maken met de geletterde maatschappij. Daarom zijn deze activiteiten ook altijd betekenisvol voor kinderen, het maakt het spel voor kinderen interessanter en rijker.
1. Van beginnende geletterdheid...
2. ... naar functionele geletterdheid; mondelinge taal
3. Van mondelinge taal naar functionele geletterdheid; tekstvaardigheid
4. Van tekstvaardigheid naar functionele geletterdheid; denken over taal
5. Van denken over taal naar schrijfvaardigheid
Lezen en schrijven; Schrijfoefeningen in boekje
Klikklakboekje tijdens instructie taal of planbord taal
Fase 4 – 5; van denken over taal > schrijfvaardigheid
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjGzPPq2GZI1sxHdeY3EdG9HY53NhHrd0ySsE0FnzJsnyzPqp1cWaoM7IEZzsdQA4Rs5jsSRB2wJ8qsKNOx0d2E92UfxbQmP8baLuhINTeCogbNeRoXZTakgzDOaKFZvjEgTBAuK10tUxU/s200/schrijven+klikklak.jpg)
Reken – wiskundeactiviteiten:
Reken en wiskunde komen we dagelijks tegen in uiteenlopende situaties. Meten, tellen, klokkijken, vergelijken etc. zijn veel voorkomende handelingen. Ook tijdens de spelactiviteiten en constructieve activiteiten komt rekenen en wiskunde terug.
1. Van manipulerend spel (wiskunde verschuilt zich in het handelen)...
2. ... naar rollenspel en constructieve activiteiten (wiskundig denken/handelen)
3. Van rollenspel en constructieve activiteiten naar bewuste leeractiviteit (denk – handelen en mathematiseren van de werkelijkheid)
Reken – wiskundeactiviteiten;
Rekenen op de computer met de methode. Op eigen tempo rekenen en uitdagen.
Fase 3; bewuste leeractiviteit (denk – handelen en mathematiseren van de werkelijkheid)
![](https://blogger.googleusercontent.com/img/b/R29vZ2xl/AVvXsEjdesh8tO6hDEh6pQz_LXMAKkaBzkDxFC52Mz1qccxNaEkdhx83Bh-S-EZ3yspBdARovK6_8HucURsTSPkx0BcIqVDdShGsbga1f2dmkXzRTH2-KNWGuggzhIHqiRYQn6D16ScxVQmRwIA/s200/rekenen+op+pc.bmp)
Zone van naaste ontwikkeling:
Spelen; De leerlingen op de foto zijn bezig met een rolgebonden handeling waarbij een gezamenlijk geaccepteerd spelidee heerst. Zij spelen een balspel waarbij enkele regels zijn bepaald. De volgende fase van deze kernactiviteit is de bewuste leeractiviteit. De docent kan de leerlingen hier naartoe helpen door een spelactiviteit aan te bieden met een doel. Dit doel zal dan moeten worden gedeeld met de leerlingen, zodat zij bewust bezig kunnen zijn met de activiteit en kunnen letten op het behalen/nastreven van het doel.
Construeren; De leerling op de foto is naar mijn mening al aanbeland in fase 5; het maken van precieze constructies. Volgens de kernactiviteiten is dit de laatste fase. Ik denk echter dat de opdracht die de leerling doet zinvoller kan worden gemaakt door er een doel aan te koppelen. De leerling zal dan beter begrijpen wat hij aan het doen is, waarom en hoe hij zichzelf kan verbeteren.
Reken – wiskundeactiviteiten; Op deze foto is er een leerling op de computer aan het werk om haar kennis, tempo en vaardigheden te vergroten. Ze is bewust bezig met het rekenen en doet sommen op eigen niveau. De leerling is dus al in de eindfase van deze kernactiviteit beland. De docent kan de leerling nog verder helpen door bijvoorbeeld de lesstof meer te verbinden aan de methode op de computer en zo haar niveau sneller op te halen.
Spreken en luisteren; In dit kringgesprek was de opdracht om in tweetallen het weekend te bespreken. De fase waarin ik denk dat deze kernactiviteit zich op dit moment bij veel leerlingen bevind is fase 2 – 3; de communicatie van de leerlingen overstijgt al wel het hier en nu (dus ook verhalen van buiten het klaslokaal en over het weekend worden verteld), maar of alle leerlingen ook al aan persoonsgerichte communicatie doen, is mij nog onduidelijk. Enkele leerlingen op de foto zijn nog erg “egocentrisch” gericht en vinden luisteren naar een ander lastig. Vragen stellen aan anderen is bij de groep ook nog heel moeilijk, dus hier zou mee geoefend kunnen worden door raadspelletjes.
Lezen en schrijven; De leerlingen uit mijn stageklas zijn nu erg druk bezig met het leren lezen en schrijven. Helaas wil het schrijven nog niet zo vlot verlopen en heeft de docent besloten om een stap terug te doen in het schrijfproces en eerst de vloeiende schrijfbewegingen goed aan te leren. De leerlingen denken al goed na over taal en bij opdracht als het klikklakboekje is dit goed te zien. Hier moeten de leerlingen bepalen welke letter er aan het begin, midden en einde moet en hoe ze hier een goed woord van kunnen maken. Dit woord stempelen de leerlingen vervolgens met de goede letters. De docent kan de leerlingen verder helpen bij deze kernactiviteit door de leerlingen veel te laten oefenen met schrijfbewegingen, -patronen, de fijne motoriek en zodoende te komen bij de schrijfletters wel geschreven moeten gaan worden.
Observaties en onderwijsconcept:
Vanuit het artikel “Observaties en onderwijsconcept” heb ik de volgende vragen kunnen beantwoorden.
Hoe zijn de verschillende basale ontwikkelingsbehoeften – de basiskenmerken – in het verslag van Peter beschreven? Geef enkele voorbeelden.
De docent die Peter heeft geobserveerd spreekt in het verslag over de basiskenmerken. Deze basiskenmerken zijn verpakt in zinnen als; “Peter is niet emotioneel vrij, maar is ingeklemd in zijn emoties en ervaringen.” Ook lees je tussen de regels door dat Peter weinig zelfvertrouwen heeft en dat hij nog niet nieuwsgierig is naar de wereld om hem heen. “Hij neemt een afwachtende en volgzame houding aan en slechts op het moment dat hij koppig gedrag vertoont, laat hij een stukje ‘zelf’ zien.” Peter vindt nieuwe activiteiten of situaties eng en durft de confrontatie nog niet aan te gaan.
Welke aspecten van de brede ontwikkeling staan in het verslag van Peter (zie cirkel van basisontwikkeling)?
De observatie van Peter spreekt van weinig initiatief om de wereld te verkennen, zijn belevingswereld is de wereld die Peter momenteel verkent. Peter speelt naast leerlingen en niet met leerlingen. “Zelf neemt hij weinig initiatief om iets te kiezen of met een ander te spelen.” Ook vindt Peter het moeilijk om zich dingen te verbeelden en zodoende een spel te spelen in bijvoorbeeld de poppenhoek. Het uiten en vormgeven van zijn verbeelding doet Peter nog niet; “In de spelontwikkeling komt nog nauwelijks verbeeldend spel voor.” (…) “Hij puzzelt graag en maakt puzzels met concrete, herkenbare voorstelling.” Peter communiceert niet of nauwelijks met andere leerlingen en “spreekt korte, eenvoudige zinnen”. Echter gaat deze communicatieve ontwikkeling vooruit; “Peter spreekt soms spontaan tegen andere kinderen”. Peter is nog niet zelfstandig en hangt nog erg aan de juf. “Concrete, bekende doe-activiteiten kan hij wel zelfstandig uitvoeren, maar bij onbekende of ingewikkelde activiteiten valt hij terug op de volwassene.”
Welke aspecten van de specifieke kennis en vaardigheden (buitenste cirkel) staan in de verslag beschreven?
De docent heeft het in de observatie over een “beperkte woordenschat”. Hierdoor kunnen de sociale vaardigheden van Peter zich beperken. “Peter begint belangstelling voor boekjes te krijgen”; en dus voor het geschreven en gedrukte woord. Ook tijdens het voorlezen is hij aandachtig. Zijn motoriek wordt geoefend door het bouwen met blokken, hier heeft hij geen moeite mee. Peter is zich bewust van zijn ruimtelijke oriëntatie, maar de oriëntatie van tijd is nog heel moeilijk. “Tijd geeft hem nog weinig houvast en veiligheid.”
Is er in de verslaglegging samenhang waarneembaar? Geef een voorbeeld.
De samenhang in deze observatie zijn de sprongen binnen de cirkel van basisontwikkeling. De docent begint bij de basiskenmerken en gaat via de brede ontwikkeling naar het beschrijven van de specifieke vaardigheden. De cirkel werkt van binnen naar buiten en van buiten naar binnen en in de observatie is deze samenhang ook te zien. “Hij neemt nog weinig initiatieven in het maken van contact. Hij neemt een afwachtende en volgzame houding aan en slechts op het moment dat hij koppig gedrag vertoont, laat hij een stukje ‘zelf’ zien.” De docent spreekt in deze zinnen van basiskenmerken; zelfvertrouwen en emotioneel vrij zijn, van de brede ontwikkeling; initiatieven nemen en samen spelen, en zelfs van specifieke vaardigheden; sociale vaardigheden.