donderdag 27 oktober 2011

Toepassingskaart 8: Constructivistische les

Leerstijlen volgens Kolb:



Volgens Kolb heeft iedereen een persoonlijke leerstijl. Hij onderscheidt vier fasen



in het leerproces;



- De doener: concreet ervaren



- De dromer: waarnemen en overdenken



- De denker: analyseren en abstract denken



- De beslisser: actief experimenteren



Hieronder de theorie van de leerstijlen van Kolb; bij welke leerstijl horen welke aspecten?






Een doener is iemand die doelgericht werkt, meestal goed met mensen kan opschieten en tastbare resultaten wil. Hij is graag betrokken bij het procesen voert het liefst plannen uit. Hij kan zich goed aanpassen. Hij heeft devrijheid nodig om snel te reageren. Doeners hebben uitdaging nodig. Humor is voor hen enorm belangrijk. Voor doeners is sfeer en contact van groot belang. Ze houden van uitdagende en spannende situaties. Vinden het niet erg wanneer ze het doel niet bereiken, durven fouten te maken. Dit leidt namelijk tot een ervaring! Ervaringen opdoen en experimenteren. Kan zich makkelijk aanpassen aan nieuwe situaties en onverwachte omstandigheden. Soms ongeduldig en gaat dan over tot actie zonder nadenken.




Een dromer heeft een groot voorstellingsvermogen, verbeeldingskracht en fantasie. Hij bekijkt concrete situaties vanuit verschillende gezichtshoeken enkan snel verbanden leggen, vele oplossingen. Dromers zijn vaak creatieve mensen die ruimte nodig hebben voor het creëren van ideeën. Maken en bedenken graag maar hebben daar tijd en ruimte voor nodig. Dromers hebben tijd nodig om informatie te kunnen verwerken en ze werken graag samen met anderen, twijfelen vaak, zijn voorzichtig en nemen weinig risico’s. De dromer kijkt eerst naar anderen hoe zij het probleem aanpakken en gaan dan zelf aan de slag.




Een denker is iemand die de nadruk legt op logische verbanden tussenzaken. Hij wil begrippen vormen, maakt theoretische modellen. Logica is belangrijk, evenals nauwkeurigheid. Hij probeert vanuit theoretische modellen naar de werkelijkheid te redeneren. Hij heeft een duidelijk doel nodig. Denkers zijn vaak erg goed in analyseren. Ze moeten de gelegenheid krijgen om naar achtergronden te vragen. Denkers kunnen informatie het beste verwerken door gebruik te maken van schema’s en modellen.




Een beslisser is iemand die zich richt op het oplossen van problemen en de technologische toepassing van begrippen en theorieën. Hij wordt graag geconfronteerd met problemen, waarvoor maar één oplossing mogelijk is. Hij wil een duidelijke structuur. Beslissers zijn over het algemeen zelfstandig werkende, doelgerichte en planmatige mensen. Ze zijn meer op dingen, dan op mensen gericht. De vertaalslag van theorie naar praktijk is belangrijk. Als ze het praktische nut niet zien, leren ze niet. Beslissers willen deskundige begeleiding van iemand die het zelf ook kan.




Sociaal constructivistische les:



Een leerstijl is een relatief stabiel patroon van de wijze waarop iemand leert. Kolb heeft een model ontwikkeld waarin zowel de theorie (begripsmatige kennis) als de praktijk (ervaringen) een plaats hebben.



Ik wil met mijn constructivistische les zoveel mogelijk leerstijlen aanspreken, maar zal mij specifiek richten op leerlingen met de leerstijl ‘doen’. Hierbij gebruik ik het kringgesprek waarin een nieuw woord moet worden aangeboden; ‘zeep’.



Voorbereiding;



- Bekijken van werkvormen bij de doener



- Voorbereiden van lesinhoud



Lesinhoud;



- Kringgesprek waarin het woordje ‘zeep’ aangeboden wordt



- Probleemstelling met vieze handen > hoe schoon te krijgen?



- Handen wassen > mime
- Filmpje met kijkopdrachten > hoe wordt zeep gemaakt en waar kun je het voor gebruiken?



- Woorden met een ‘z’? Woorden die rijmen op ‘zeep’?



- Uitbeelden van begrippen, omschrijven van woorden met een ‘z’



- Zoekplaat > welke woorden beginnen met een ‘z’?



- Na het kringgesprek in de taalles verdere verwerking van de letter ‘z’ en het woordje ‘zeep’



Specifieke constructivistische onderdelen;



De volgende factoren van een doener zijn verwerkt in de les:



- Breinbrekers



- Actieve werkvormen



- Experimenteren



- Snel oplossingen mogen roepen



De volgende factoren zijn verwerkt in de les vanuit andere leerstijlen:



- Demonstreren (Denker)
- Quiz (Beslisser)
- Probleemstelling met een reële praktijksituatie (Beslisser)



- Voorstellingsvermogen en fantasie (Dromer)



Reflectie vanuit de leerlingen;



De leerlingen vonden de les heel leuk en waren enthousiast over het aanleren van een nieuw woord. Het spelen van verschillende spelletjes en het kijken naar het bord met een opdracht, werd als fijn ervaren.



Reflectie vanuit de docent;



Zelf heb ik de les ervaren als prettig. De leerlingen deden actief mee en waren enthousiast. Ze hebben geleerd van de verschillende werkvormen, zoals spelletjes, kijken met kijkopdrachten en het eigen handelen. Ik denk dat een constructivistische les je iets bewuster laat nadenken over een les en dat je daarbij gebruik kunt maken van veel verschillende leerlingen en leerstijlen. Ik heb wel het idee dat de leerlingen meer hebben opgestoken van deze manier van lesgeven.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten